In 2010 was Dehli host voor de Commonwealth games, de olympische spelen voor Engelse kolonies. Om dit te kunnen organiseren besloten ze stadiums en metro's te bouwen in de stad. De slums, waar meer dan 175000 mensen leefden, werden met de buldozer op korte tijd opgeruimd. De overheid had buiten Dehli een stuk grond met een aantal huisjes voorzien, maar nooit genoeg om iedereen onderdak te geven. De mensen begonnen dan zelf maar te bouwen. Daken werden onderverhuurd en verdiepingen werden bijgebouwd. Vandaag zien we het resultaat in Bawana, één van deze slums.
We bezoeken eerst het projectgebouw van Tara. Tara betaalde de grond en het Bodhi project, de rotary en emauss het gebouw.
In het projectgebouw worden computerlessen, zelfverdedigingscursussen, noodopvang, praatgroepen, medische onderzoeken en een bibliotheek georganiseerd. De kinderen van de slum krijgen er ook ruimte om hun huiswerk te maken. Ze worden begeleid door health workers en vrijwilligers uit de slums. Ze worden opgeleid en begeleid vanuit het tara project en sommigen ontvangen ook een loon. We ontmoeten een groep vrouwen die reeds actief meewerkt, aangevuld met een aantal nieuwe leden. Zij vertellen dat ze begonnen met een bevolkingsbevraging via een enquête. Hieruit bleek dat veel gezondheidsproblemen te wijten zijn aan een gebrek aan hygiëne en de kwaliteit van het water. Ook personen met een handicap waren meer aanwezig dan het straatbeeld liet geloven. Herman en Valentin hebben opleidingen gegeven om een fysieke begeleiding te doen bij personen met cerebral palsy en ook kregen de health workers wat uitleg over basishulp bij zieken of gewonden (EHBO).
Op het eerste verdiep van het gebouw worden we enthousiast onthaald door de kinderen. Ze tonen met volle overgave hun danspasjes die ze geleerd hebben en nodigen ons uit mee te dansen.
Wanneer we een wandeling maken doorheen de slums worden we uitgenodigd om enkele huizen te bezoeken. De meeste "hutjes" bestaan uit een kamer, soms opgedeeld door een gordijntje.
Het hele gezin leeft en slaapt in deze ruimte. Wetende dat de meeste gezinnen 4 tot 6 kinderen hebben, is privacy een ongekend iets. Sommige gezinnen hebben een bed waarin ze allemaal samen slapen, andere liggen gewoon op een aantal dekens op de grond. De mensen hier werken vaak in een fabriek, proberen dingen op straat te verkopen en ook de kinderen proberen hun steentje bij te dragen door bv. kleren te maken om te verkopen. Helaas zijn er ook veel mannen die verslaafd worden aan drugs of alcohol.
Tijdens de lunch worden we vanop een afstand geconfronteerd met huiselijk geweld dat helaas regelmatig voor komt in de slum. We bespreken de problematiek van de uithuwelijking. Als vrouw geraak je vaak je vrienden en familie kwijt omdat de uitgekozen partner vaak veraf woont. Ook de gemeenschap waar ze sterk in geïnvesteerd hebben, raken ze kwijt. De vrouw zal bovendien vaak slaaf worden van haar man en schoonmoeder. Aan de andere kant wordt 90% uitgehuwelijkt. Kan je een hele cultuur veranderen? Misschien kan er ook een sensibilisering bij de mannen zijn waardoor ze meer respect zullen krijgen voor hun vrouw.
Als je door de slum wandelt, loop je door afval maar in de huizen is het proper. Het vuil wordt door de overheid opgehaald buiten de slums en het probleem is dat er nog een hele mentaliteitsswitch moet gebeuren. De health workers doen opruimacties maar omdat niet iedereen mee doet, blijft de hygiëne het grootste probleem. Ook heeft niet iedereen een toilet en proper water is slechts 's morgens en 's avonds voor 2 uur beschikbaar.
Tara is gelukkig niet het enige project dat mooie dingen verwezenlijkt. Er zijn ook andere organisaties in de regio die de problematiek erkennen en zelfs enkele politiekers denken mee na. De projecten die het beste werken maken een gemeenschap zelfstandig. De mensen leggen zelf plantages aan en leren hoe ze dit moeten doen. Via een microkrediet kunnen ze een zelfstandige zaak opstarten, zo heeft een vrouw een naaiatelier gestart: per kledingsstuk kan ze 120 tot 400 roepies vragen. Na 10 maanden was haar winkel afbetaald. Ook proberen de health workers bottom-up te ontdekken wat er nodig is om dan op maat een oplossing aan te reiken. Zo viel het in een gezin op dat twee zonen thuis niets deden en zij zullen nu via het project geactiveerd worden. Men denkt na over een taak voor hen en ze spreken de jongens aan.
Het gevoel dat op ons hangt, is dat deze mensen helemaal geen comfort hebben. Ze zijn ook niet beschermd tegen koude/warmte en nat/droog. Ook leven ze met velen heel dicht op elkaar waardoor er geen privacy kan zijn. Maar de health workers stralen zoveel kracht uit doordat ze kunnen samenwerken. En waar iets in beweging is vanuit de gemeenschap zelf, is er hoop. En als hier al een vuurtje begint te branden, steken ze misschien ook de omliggende slumbs aan.