Wij zijn nu meer dan een week terug van onze inleefreis naar India.
Terug in België is het toch wel aanpassen. Gelukkig hebben we deze reis als koppel beleefd. Zo heb je altijd een gesprekspartner die alle emoties begrijpt. De dagen waren ook zo intens gevuld, soms té druk om alles ter plekke te laten doordringen. Nu komt heel veel terug. De ervaringen zinderen nog dikwijls na, ook in onze dromen.
Sommige mensen vragen ons: “hoe was het weer?” “lekker eten?” “goede hotels”… dan zijn we vlug uitgebabbeld. Anderen, die het opzet van de reis kenden, stellen betere vragen: “hoe leven ze in de sloppenwijken?” “groot verschil tussen de armen en de rijken gezien?” “zijn de steden echt zo overbevolkt”…
Toch blijft het moeilijk om je ervaringen goed over te brengen.
Sommigen hebben de blog goed gevolgd. Anderen dan weer bijna niet. Dit konden we de eerste dagen soms moeilijk begrijpen. We hadden verwacht dat iedereen even fel meeleefde met onze ervaringen. Niet dus. We kunnen het hen eigenlijk ook niet kwalijk nemen. Het leven hier heeft zijn eigen kleine en grote zorgen. We zitten er ook weer vlug middenin. En er is ook een overvloed aan informatie die elke dag toekomt.
Toch zal deze inleefreis zijn sporen bij ons nalaten. De vele enthousiaste Indiërs die we ontmoet hebben laten een grote indruk achter. Vooral Ashok, Vikas en Benudhar… veel respect voor deze grote mensen!
Belangrijk dat de projecten echt van de Indische gemeenschap zelf zijn. Zo is de continuïteit en het draagvlak verzekerd. Opvallend was dat de meeste projecten zo allesomvattend zijn. Zowel schooltjes, opvang kinderen met een beperking, gezondheidszorg, opleiding welzijnswerkers, creaties en bescherming van jobs, ….De ondersteuning van het “Bodhi-Project” van Herman Kuppers is heel waardevol. Knap wat Herman hier verwezenlijkt. We waren dikwijls onder de indruk over de manier waarop hij overal in de projecten ontvangen werd!
Boudewijn had bijzondere sympathie voor het project in Delhi. Daar werd een soort mutualiteit opgezet. Alle leden betalen een vaste som. Hiervoor krijgen ze goedkope medische zorg indien nodig. Solidariteit voor de leden van de groep dus. Iedereen kan ook duidelijk op een steekkaartje de som van zijn bijdragen én zijn uitgespaarde uitgaven volgen. Een dokter doet de consultaties tegen een vast laag tarief en geeft de medicatie mee als die voorradig is. Het was wel raar om zien dat de consultatie bij de dokter gewoon gebeurde terwijl wij daar met 10 mensen bij zaten. Ook heel knap dat ze met het ziekenhuis een regeling hebben bedwongen om geen onnodige onderzoeken te doen bij de leden van de “mutualiteit”. Maar bij de niet-leden gebeurt deze geldklopperij spijtig genoeg wel. Hopelijk kunnen ze hun ledenaantal verhogen om rendabel te blijven.
Ook was Boudewijn erg geïmponeerd door het gezondheidsproject in Sittilingi, een inlandse stam die heel afgelegen woont. De gezondheidszorg in het lokale ziekenhuis werd gedragen door een enthousiaste ploeg van 6 jonge dokters en 30 verpleegkundigen. Een koppel, dokter en verpleegkundige, stond ons bevlogen te woord. Zij wonen in Sittilingi met hun jonge kindjes. Wij vroegen aan de dokter waarom hij gekozen had om zo ver weg van alles te komen werken. Zijn antwoord was kort maar duidelijk: “why not?”. Hij verkoos deze mooie afgelegen plek boven de drukke vuile stad. Hun familie in de stad dacht hier wel anders over. Het was inderdaad een mooie plek: bijzonder gezellige architectuur van de gemeenschapsvoorzieningen (ziekenhuis, school, …) en mooie natuur! Daarnaast projecten rond organische landbouw, onderwijs, ambachten…Het leek een Indische alternatieve leefgemeenschap. Wat een contrast met de slums of met Delhi. In een mooie omgeving is het veel beter vertoeven.
Marie-Jeanne was erg gecharmeerd door de groep jonge meisjes die als “healthworkers” in de slums werken. Zo hebben zij o.a. de slum opgeruimd en gepoetst. Nu wordt die goed onderhouden. Ze begeleiden ook kinderen met een beperking. Zij krijgen veel ondersteuning in het project en worden zo bewuster en sterker als vrouw. Eén meisje zei treffend: “Ik wil later een man gelijk mijn vader”. Die vader betekende heel veel voor die slum omdat hij zijn dochters de kans gaf om te studeren en voor henzelf op te komen. Vooruitstrevend in een samenleving waar de meisjes (meestal) uitgehuwelijkt worden, een bruidschat moeten betalen (alhoewel verboden door de wet) en daarna meestal huisvrouw worden in het gezin van de echtgenoot. De jongens in de projecten zijn meestal dun gezaaid, zij denken meestal traditioneler. Super belangrijk dat de jongens, de jonge mannen, de vaders… mee betrokken worden in de werking van de projecten. Dit om de slaagkansen van de verandering te ondersteunen. Anders vindt het meisje heel moeilijk een man zoals haar vader…
Misschien wordt het voor sommige van deze krachtige meisjes eerst juist moeilijker in de toekomst. Ze zullen zich moeilijker neerleggen met hun eventuele rol als ondergeschikte in het gezin. Maar de evolutie die ze nu doormaken zal niet meer verdwijnen. Eén meisje verwoordde het zo: “ Het zit in mijn hoofd”. Ook al kunnen ze het zelf misschien niet ten volle waarmaken als ze getrouwd zijn, maar hun dochters en zonen zullen de sprong vooruit wel makkelijker kunnen maken.
Eigenlijk moeten we niet ver terug gaan in onze eigen geschiedenis. Voor Marie-Jeanne was haar moeder “de Vikas, de Ashok,….” Dank zij haar moeder mocht ze gaan studeren aan de universiteit i.p.v. na haar 12de naar de beroepsschool te gaan om dan huisvrouw te worden, zoals haar vader wilde. Een droom die haar moeder vroeger in het boerengezin niet kon waarmaken. De kleinkinderen nu kunnen zich dit gewoon niet voorstellen.
Een verandering kan een hele generatie, of meerdere, nodig hebben om te slagen. Té vlug gaan kan ook brokken maken voor de betrokkenen. Men moet rekening houden met hun cultuur, die duidelijk niet de onze is. Daar moeten onze raadgevingen meer bij stil staan, we mogen niet forceren.
Het was opvallend dat vele jongeren (ook ouderen) een smartphone hadden en internet gebruikten, ook in de slums. Ook zag je daar veel tv’s. Door die technologie maken de jongeren dagelijks kennis met een andere wereld. Dat is een hele omwenteling in vergelijking met de tijd toen hun ouders jong waren en niet verder geraakten dan hun dorp of stad. Het zal dus veranderen.
De vele idealisten die we gezien hebben maken duidelijk het verschil ter plekke. Mooi om zien.
Het “Bodhi-Project” die dit alles mee ondersteunt, krijgt daarom al onze sympathie.
Boudewijn en Marie-Jeanne
December 2017