Samen met deze NGO’s trachten we de hele slumgemeenschap te mobiliseren rond solidariteit, veerkracht en zelfbeheer. Daarbij is de revalidatie van kinderen met een handicap een hoofddoel, naast de strijd tegen kinderarbeid, kindermisbruik en kinderprostitutie. Maar ook gezondheidszorg en gemeenschapsontwikkeling krijgt onze aandacht.
Essentieel onderdeel in ons activeringswerk is vorming en kennisoverdracht, zodat elk project op termijn onafhankelijk en zelfstandig verder kan werken en Bodhi-Project zich kan richten op nieuwe projecten binnen of buiten deze Indische NGO’s.
Bodhi-Project werkt op dit moment in 5 projecten, op 4 plaatsen. In Bhubaneswar is dat het Ruchika-Project, in Chennai werken we in OfERR en in NDWM, en in Delhi zitten we in Bawana en in Badarpur.
Onze vorige naam Ruchika-Project dekt na 17 jaar niet meer de lading, dus kozen we een nieuwe naam: “Bodhi-Project”, met als logo het mooie blad van de Bodhi boom, de heilige boom (ficus religiosa) waaronder Boeddha tot inzicht kwam.
Ons werk bestaat telkens uit 5 onderdelen, mét advies en support in Community Based Programs maar het is en blijft “Work in Progress” .
Slumkinderen
Met CBP zijn de kinderen, hun ouders en de hele slumgemeenschap voortdurend betrokken bij bedenken, opstarten, evalueren én bijsturen van initiatieven die de leefomstandigheden in de slums kunnen verbeteren voor alle kinderen én de volwassenen.
Fysische handicap & revalidatie
Met CBP mobiliseren we de zorg-kinderen, hun ouders en de hele gemeenschap rond deze problematiek. Samen met hen werken we aan haalbare doelen, waarmee het gehandicapte kind door specifieke revalidatie, medische hulp, educatie en socialisatie kan integreren in het normale onderwijs en in de maatschappij. Hierbij moeten heel wat hindernissen genomen worden, waaronder het taboe van handicap…
Veerkracht, gemeenschap & solidariteit
Waar mogelijk worden de gezinnen in de slums gestimuleerd én begeleid in het opstarten van zelfhulpgroepen, microcreditgroepen en mutualiteitsgroepen. Telkens staan ‘veerkracht’, gemeenschap en ‘solidariteit’ centraal in de werking.
Vorming & kennisoverdracht
In de slumgemeenschappen worden meisjes en vrouwen gevormd en bijgeschoold tot gezondheidswerkers, zodat ze op termijn zelfstandig kunnen werken. Sociale werkers worden begeleid in het organiseren van groepswerk, en zelfhulpgroepen, het opzetten van microcredit-groepen, het ondersteunen van educatie en socialisatie, telkens in grote verbondenheid met de slumgemeenschap via CBP.
Duurzaamheid & zelfbeheer
Elk project werkt vanaf het begin aan duurzaamheid en zelfbeheer, zodat op (geplande) termijn het project zelfstandig kan werken en niet meer afhankelijk is van financiële ondersteuning.
Straatkinderen
"Straatkinderen” in de ruime zin van het woord zijn overwegend kinderen die met het hele gezin op straat wonen. Kinderen die dus wel ouders hebben, maar ze nauwelijks zien, en dus moeten ze zelf voor hun onderhoud zorgen. Maar ook kinderen die wel een (t)huis hebben, maar daar alleen komen om te slapen en dan weer weggejaagd worden. En een derde groep¨kinderen die er helemaal alleen voor staan: geen ouders of familie om op terug te vallen.In elke stad zijn er hele wijken (slums) waar de kinderen wel (ongeveer) allemaal in een gezin en een “huis” wonen, maar waar de enige of beide ouders gaan werken of bedelen overdag, en de oudste kinderen het huishouden moeten runnen en op de kleintjes moeten passen. Deze kinderen geraken nooit in een gewone school.In tegenstelling tot wat meestal wordt gedacht, is het aantal wezen onder de straatkinderen vrij beperkt (minder dan 20%). Het grootste deel van de straatkinderen leeft met de hele familie op straat, of heeft ergens in een dorp nog familie (die ze proberen te onderhouden).Het probleem wordt dikwijls onderschat (cfr de studies van UNICEF) als men enkel de kinderen die geen ouders of thuis meer hebben als ‘straatkinderen’ beschouwd.Bodhi-Project stelt dat elk kind dat meer dan 12 uur per dag (meestal 15-18u) op straat doorbrengt en eventueel 's avonds wel naar huis gaat, maar geen interactie heeft met de ouders, een straatkind is. Bij de meeste kinderen is het contact beperkt tot gaan slapen of terug weggestuurd worden om in eigen onderhoud te voorzien. Het enige contact met volwassenen is dan het contact met de politie, afpersers, bendes, enz.Ook het verband tussen straatkinderen en kastesysteem is minder groot dan verwacht, en eerder indirect: de voornaamste reden is armoede. De grote meerderheid van de straatkinderen behoren tot de lagere groepen uit de 4e kaste, slechts een minderheid zijn dalits of kastelozen.