Voor de kinderen met een fysieke handicap hebben we voor ieder kind een aangepast en individueel schema met spierversterkende oefeningen uitgewerkt. Zij zullen, samen met hun ouders, oefeningen moeten doen, aangepast aan hun handicap, en aan hun specifieke aandoening in hun specifieke context. Ondervinding heeft ons geleerd dat kinderen - en ouders - dit soort opdrachten slechts korte tijd volhouden. Met die kine-oefeningen in een speels kader te steken, te vertalen als een spel, is het niet langer een kine-opdracht, maar wordt het een spel, en dus plezant om te doen, én worden de oefeningen langer volgehouden. Een kind dat spiertrainingen voor voet en been moet doen, kan de spierkracht ook opvoeren door elke dag op een schommelpaard te oefenen, of zich af te stoten in een schommel. Als dat kind, samen met andere gehandicapte kinderen elke dag in de speeltuin gaat schommelen, waar ook andere gehandicapte kinderen hun spel-oefeningen doen, dan groeit er een groepje. Wanneer ook de niet-gehandicapte kinderen van de slumschooltjes in die speeltuin kunnen meedoen, groeit het groepje. En dan zien de “gezonde” kinderen dat het speeltuig in feite dient voor de spieroefeningen van hun gehandicapte vriendjes. Op zijn beurt kan dit aanleiding zijn voor de leerkrachten, om over de handicap en de oefeningen te praten.
Maar ook: de kinderen met een handicap worden naar de speeltuin gebracht door hun vader of moeder, die daar andere mensen met gehandicapte kinderen zullen ontmoeten. Ook ouders van niet-gehandicapte kinderen zullen er met hun kroost zijn, om te spelen. Ook dat stimuleert het groepsgevoel. En zo zien we stap voor stap de speeltuin groeien als een ontmoetingsplaats van mensen, waarbij Ruchika de procesbegeleiding bewaakt, met inclusief onderwijs als aandachtspunt.
Bij het uitwerken van dit achterliggend idee van de speeltuin, hebben we een weloverwogen vormingsplan uitgewerkt in 5 stappen.
1. Een overleg met de slumverantwoordelijken is nodig, deels om te overleggen rond de doelstellingen van Ruchika , maar ook om in een diplomatisch gesprek de rechten van het kind, en de verantwoordelijkheid van de gemeenschap voor de kinderen te bespreken. En om inclusief onderwijs op de voorgrond te plaatsen, als belangrijke factor in het plannen van de speeltuin.
2. Een overleg met de kinderen, want het wordt hun speeltuin, en misschien hebben ze wensen en voorstellen die wij over het hoofd hebben gezien. En we moeten benadrukken dat het opzet van de speeltuin komt vanuit inclusief onderwijs: rehabilitatie van het gehandicapte kind, dat via spel intensievere spieroefeningen zal kunnen doen, en speelkameraadjes zal ontmoeten.
3. Een overleg met de ouders, want het gaat om hun kinderen. Zij zullen toezicht kunnen houden op de speeltuigen, op de veiligheid bij het spelen, op het samenspel, op netheid van tuig en terrein.
4. Een overleg met de aangrenzende buren, want zij leven het dichtst tegen de speeltuin.
5. Planning met de slum: constructie van de speeltuin en de speeltuigen. De mensen van de slum monteren zelf alle speeltuigen met lokale materialen. Ruchika overlegt met hen rond de ontwerpen, de constructie en de veiligheid van de tuigen.
Gedurende 2 jaren werden de gesprekken gevoerd, overleg gepleegd, en het terrein bepaald samen met de mensen van de slum. Een eerste aanzet werd al gegeven, en in september 2012 werd de speeltuin verder afgewerkt. De slumgemeenschap heeft 7 vrouwen aangeduid als verantwoordelijke voor het onderhoud en beheer van hun speeltuin. Na dit eerste experiment zoeken we uitbreiding naar de andere slums.